Vragen en antwoorden
Zoeken in de index
De Hoge Raad is de hoogste rechter in Nederland in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken.
De Hoge Raad is een cassatierechter. Dat betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of een lagere rechter (een rechtbank of een gerechtshof) het recht juist heeft toegepast en uitgelegd en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd.
Als cassatierechter zorgt de Hoge Raad voor rechtseenheid en rechtsbescherming. Daarnaast draagt de Hoge Raad bij aan de ontwikkeling van het recht door rechtsvragen te beantwoorden. Het recht ligt in grote lijnen vast. Tegelijkertijd moet het recht mee ontwikkelen met veranderingen in de samenleving. Dat gaat niet vanzelf. Er zijn steeds nieuwe situaties waarvoor het recht geen pasklare oplossing biedt. Het is de taak van de Hoge Raad om in die gevallen richting te geven.
Kort gezegd heeft de Hoge Raad drie kerntaken: rechtsbescherming, rechtseenheid en rechtsontwikkeling.
Tot op zekere hoogte wel. Rechters en procespartijen moeten zich houden aan wat de Hoge Raad heeft beslist. Als de Hoge Raad een zaak terug- of verwijst, zal een eerdere of nieuwe rechter een (deel van de) zaak opnieuw moeten beoordelen.
Vaak is het laatste woord echter aan de wetgever. De Hoge Raad blijft namelijk binnen de ruimte die de wet hem laat. Dat betekent dat de wetgever (Eerste en Tweede Kamer en regering) de wet zodanig kan aanpassen dat een uitspraak van de Hoge Raad zijn geldigheid verliest.
Nee, dat is de Hoge Raad niet. Anders dan de rechtbanken en de gerechtshoven, stelt de Hoge Raad geen feiten en omstandigheden vast. De Hoge Raad gaat uit van de feiten zoals die door de feitenrechter (de rechtbank/het gerechtshof) zijn vastgesteld.
In een strafzaak beantwoorden de rechtbank en het gerechtshof vaak de vraag: heeft de verdachte gedaan wat er in de tenlastelegging staat of niet? Die vraag beantwoordt de Hoge Raad niet.
De Hoge Raad concentreert zich op de juridische aspecten van een zaak. Dat betekent dat de Hoge Raad alleen beoordeelt:
- of de feitenrechter het recht juist heeft uitgelegd en toegepast; en
- of er geen sprake is van ‘verzuim van vormen’, dat wil zeggen tekortkomingen in de gevolgde procedure. Daarbij kijkt de Hoge Raad ook of de lagere rechter zijn uitspraak wel voldoende en begrijpelijk heeft gemotiveerd.
Het parket bij de Hoge Raad bestaat uit de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal en de advocaten-generaal. De procureur-generaal staat aan het hoofd van het parket.
De belangrijkste en meest omvattende taak van het parket is het geven van juridische adviezen (zogenoemde conclusies) aan de Hoge Raad in zaken waarin de Hoge Raad een beslissing moet nemen. De conclusie wordt meestal door een advocaat-generaal genomen, hoewel ook de procureur-generaal en zijn plaatsvervanger regelmatig conclusies schrijven. Daarbij worden zij ondersteund door medewerkers van het wetenschappelijk bureau.
Conclusies zijn belangrijke zwaarwegende adviezen aan de Hoge Raad maar ze zijn niet bindend. De Hoge Raad is vrij het advies al dan niet te volgen.
Het parket maakt geen deel uit van het Openbaar Ministerie en is onafhankelijk van de regering en het parlement.
De belangrijkste taak van de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad is om de Hoge Raad te voorzien van onafhankelijke juridische adviezen (conclusies). Vaak worden de conclusies door de advocaten-generaal namens de PG genomen.
Daarnaast heeft de PG enkele bijzondere taken, waaronder:
- De vervolging van ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen begaan door Kamerleden, ministers of staatssecretarissen.
- Het instellen van cassatie in het belang der wet, om een beslissing te verkrijgen over een rechtsvraag die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling moet worden beantwoord.
- Het voordragen van rechters voor ontslag door de Hoge Raad.
- Het instellen van een verzoek tot herziening van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak in een strafzaak, dat kan een gewezen verdachte overigens ook zelf doen. Verder beslist de PG op verzoeken tot nader onderzoek met het oog op een in te stellen herzieningsverzoek.
- Behandeling van klachten over rechters.
- Toezicht op het Openbaar Ministerie (OM).
- Het (on)gevraagd adviseren van de regering over voorgenomen wetgeving of plannen die de organisatie van de rechtspraak betreffen.
De PG vormt samen met de president van de Hoge Raad en de directeur bedrijfsvoering het dagelijks bestuur (DB) van de Hoge Raad. In die hoedanigheid is de PG (mede-)verantwoordelijk voor het bestuur van alle onderdelen van de Hoge Raad, zoals raad, parket en (wetenschappelijke) ondersteuning.
Normaal gesproken komt een strafzaak tot een einde wanneer er geen beroep bij een hogere rechter meer mogelijk is. De uitspraak wordt dan onherroepelijk (dus: definitief) en de zaak is daarmee afgesloten.
In uitzonderlijke gevallen kan er worden teruggekomen op een onherroepelijke uitspraak. Dat kan door middel van herziening. Iemand die onherroepelijk is veroordeeld, kan bij de Hoge Raad een verzoek doen om de rechter opnieuw naar zijn zaak te laten kijken (een herzieningsverzoek). De Hoge Raad behandelt deze herzieningsverzoeken.
Hier vindt u meer informatie: Factsheet Herziening (pdf, 120 kB).
Als cassatierechter zorgt de Hoge Raad voor rechtsbescherming, het bevorderen van rechtsontwikkeling en het handhaven van rechtseenheid. De Hoge Raad controleert of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd. Voor een goede uitoefening van deze taken is hoge kwaliteit noodzakelijk.
Een raadsheer of advocaat-generaal moet beschikken over de kennis, bekwaamheid, capaciteiten en persoonlijkheid die passen bij de taken en werkwijze van de Hoge Raad. Er wordt bijvoorbeeld gelet op de aanwezigheid van juridische deskundigheid, analytisch vermogen en managementvaardigheden.
Raadsheren en advocaten-generaal hebben een ruime beroepservaring. Bijvoorbeeld in de rechterlijke macht, advocatuur en/of wetenschap.
Hier vindt u meer informatie over de werving en selectie van raadsheren.
Nee, dat kan de Hoge Raad niet. De rechter in Nederland is onafhankelijk en kan en mag om die reden geen juridisch advies geven. Dat geldt dus ook voor de Hoge Raad. U kunt contact zoeken met een (cassatie)advocaat of met een bureau voor rechtshulp/juridisch loket.
In de handreiking "In beroep bij de Hoge Raad in belastingzaken" vindt u informatie over (het instellen van) het beroep in cassatie bij de belastingkamer van de Hoge Raad. U kunt de handreiking hier downloaden: Handreiking in beroep bij de Hoge Raad in belastingzaken (pdf, 203 kB)
Het is mogelijk om bij de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad een klacht in te dienen over de manier waarop een rechter of raadsheer zich in de uitoefening van zijn/haar rechterlijke functie heeft gedragen tegenover de klager. Er kan niet worden geklaagd over een uitspraak van een rechter. Er kan ook niet worden geklaagd over beslissingen van een rechter tijdens en over een procedure.
In eerste instantie wordt de klacht behandeld door de rechtbank of het gerechtshof waaraan de rechter of raadsheer verbonden is. Als de klager niet tevreden is met de uitkomst van die procedure, kan de klager een klacht indienen bij de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad.
Klachten moeten schriftelijk worden ingediend bij de procureur-generaal. Dit kan door een ondertekende en ingescande brief te e-mailen naar: PG@hogeraad.nl, met vermelding als onderwerp: “klacht art. 13a Wet RO”.
In de brief moeten de gedraging van de rechter/raadsheer en de klacht zo duidelijk mogelijk worden beschreven.
Hier vindt u meer informatie over het indienen van een klacht.
Ja, bijna alle uitspraken van de Hoge Raad worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Er geldt een uitzondering voor zaken waarin de Hoge Raad beslist om het cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren, dat wil zeggen niet verder in behandeling te nemen (afdoening via art. 80a Wet op de Rechterlijke Organisatie). De uitspraken in deze zaken worden niet standaard gepubliceerd; dat wordt alleen gedaan op verzoek.
Uitspraken in zaken die de Hoge Raad afdoet via art. 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, worden ook niet altijd gepubliceerd. Deze uitspraken bestaan vaak uit een korte standaardformulering. De Hoge Raad kan zaken op deze manier afdoen als een cassatieberoep ongegrond is en geen belangrijke juridische vragen oproept. Ook deze uitspraken worden wel op verzoek gepubliceerd.
Procedures bij de Hoge Raad worden vrijwel helemaal schriftelijk gevoerd. Daardoor zijn er bijna geen zittingen waarbij partijen en/of advocaten verschijnen die hun standpunt toelichten. Soms worden er mondelinge pleidooien gehouden. Een overzicht van de pleidooien is hier te vinden.
Uitspraken van de Hoge Raad worden gedaan op de rolzitting. Op deze rolzittingen worden alle uitspraken van een week in één keer gedaan. De rolzittingen zijn openbaar.
De rolzitting in strafzaken is op dinsdag om 12.30 uur.
De rolzitting in civiele zaken en belastingzaken is op vrijdag om 10.00 uur; deze zitting wordt volledig digitaal gedaan, het is dan ook niet mogelijk deze zitting fysiek bij te wonen. Bij een mondelinge uitspraak van de Hoge Raad is dat anders, dan is die mogelijkheid er wel.