Prejudiciële vraag 24/04460
- Rechtsgebied
- Civiel
- Datum publicatie
- 9 december 2024
- Verwijzende instantie
- Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen (C/18/235781/JE RK 24-382)
- Datum uitspraak
- 6 december 2024
- Vindplaats uitspraak
- ECLI:NL:RBNNE:2024:4759
- Status
- Schriftelijke opmerkingen
- Reactietermijn
- 19 december 2024 tot en met 31 januari 2025
Hoe geniet een kind dat in een pleeggezin wordt geplaatst rechtsbescherming als een duidelijke rechtsregel ontbreekt?
Is het, gelet op het in de tussenbeschikking van 16 juli 2024 ten aanzien van het
toepasselijke verdragsrecht en het wettelijk kader overwogene, mogelijk om een kind toch in
een pleeggezin te plaatsen als geen pleegzorgscreening heeft plaatsgevonden, die screening
niet positief is of wanneer de pleegzorgaanbieder tot de slotsom komt dat de plaatsing grote
veiligheidsrisico's voor een kind met zich brengt en daarom geen verantwoordelijkheid voor
die plaatsing wil dragen?
Vraag 2
De rechter constateert dat in de huidige voogdijregeling een effectief rechtsmiddel
om geschillen over de uitvoering van de voogdij aan de rechter voor te leggen, ontbreekt.
Moet in geval van een zodanig geschil de rechter naar analogie artikel 1:253a dan wel 1:377a
BW toepassen, of is sprake van een zodanig hiaat in de huidige voogdijregeling dat dit de
rechtsvormende taak van de rechter overstijgt en de wetgever in dit hiaat moet voorzien?