Prejudiciële vraag 23/01876
- Rechtsgebied
- Civiel
- Datum publicatie
- 12 mei 2023
- Verwijzende instantie
- Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch (C/01/379045/HA ZA 22-077)
- Datum uitspraak
- 10 mei 2023
- Vindplaats uitspraak
- ECLI:NL:RBOBR:2023:5062
- Status
- Afgesloten
- Datum conclusie PG
- 19 december 2023
- Vindplaats conclusie PG
- ECLI:NL:PHR:2023:1187
- Datum uitspraak HR
- 9 februari 2024
- Vindplaats uitspraak HR
- ECLI:NL:HR:2024:210
Betekent art. 157 Fw dat alle vorderingen die onder de werking van art. 26 Fw zijn begrepen, worden getroffen door een faillissementsakkoord, ongeacht of de verificatie van die vorderingen op andere gronden zoals art. 128 Fw is uitgesloten?
begrepen, worden getroffen door een faillissementsakkoord, ongeacht of de
verificatie van die vorderingen op andere gronden zoals art. 128 Fw is uitgesloten?
2) Betekent art. 3:9 lid 4 BW (of art. 6:142 lid 2 BW) dat wettelijke en contractuele
rentevorderingen als bedoeld in art. 128 eerste volzin Fw natuurlijke verbintenissen
worden bij de beëindiging van het faillissement door de homologatie van het
faillissementsakkoord?
voor zover het antwoord op vraag 1) of2) "ja ” is:
3) Is deze regel van toepassing op akkoorden waarover is gestemd vóór de dag van de
uitspraak van de Hoge Raad en op schuldeisers die tegen het akkoord hebben
gestemd?