Prejudiciële vraag 23/01996


Rechtsgebied
Belasting
Datum publicatie
19 mei 2023
Verwijzende instantie
Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (20/6079)
Datum uitspraak
12 mei 2023
Vindplaats uitspraak
ECLI:NL:RBNHO:2023:4900
Status
Afgesloten
Datum conclusie PG
4 januari 2024
Vindplaats conclusie PG
ECLI:NL:PHR:2023:1219
Datum uitspraak HR
13 september 2024
Vindplaats uitspraak HR
ECLI:NL:HR:2024:1177

Prejudiciële vragen over de toepassing van het DWU inzake rente op achterstallen bij een omzetbelastingschuld ontstaan bij invoer.

De rechtbank verzoekt de Hoge Raad de volgende vragen door middel van een prejudiciële
beslissing te beantwoorden:
I) Biedt artikel 22. eerste lid. van de Wet OB een rechtsgrond voor het in rekening brengen
van rente op achterstallen in de zin van artikel 1 14, tweede lid, van het DWU over btw bij
invoer die verschuldigd is op grond van artikel 1 8 van de Wet OB en wordt geheven bij
wijze van uitnodiging tot betaling?
2) Is het voor de beantwoording van de eerste vraag relevant of de belastingplichtige dan
wel de (andere) ondernemer voor wie de goederen zijn bestemd, op grond van artikel 15,
eerste lid. onder c, van de Wet OB. recht heeft op aftrek van deze omzetbelasting?
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat de Hoge Raad
naar aanleiding van de vorenstaande vragen uitspraak heeft gedaan.