Prejudiciële vraag 24/03852


Rechtsgebied
Straf
Datum publicatie
18 oktober 2024
Verwijzende instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda (02-287679-20)
Datum uitspraak
3 oktober 2024
Vindplaats uitspraak
Status
Schriftelijke opmerkingen
Reactietermijn
13 november 2024 tot en met 13 december 2024

Vanaf welk moment dient ondergane vrijheidsbeneming in mindering te worden gebracht bij toewijzing van een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk niet ten uitvoer gelegde sanctie (art. 6:6:21 lid 7 Sv)?

Dient bij toewijzing van een vordering tenuitvoerlegging de aftrek van de dagen die betrokkene heeft vastgezeten in verband met een toegewezen vordering voorlopige tenuitvoerlegging te worden gerekend vanaf de datum van aanhouding of vanaf de datum beslissing rechter-commissaris op de vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging?