Zoeken - Zoekresultaten
De beslissing van het gerechtshof Den Haag van 7 december 2021 dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is te oordelen over aansprakelijkheidsclaims tegen voormalige commandanten van het Israëlische leger kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Vlas de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
Vandaag, 4 april, is het jaarverslag over 2022 van de Hoge Raad gepubliceerd. De Hoge Raad kreeg in 2022 4490 zaken binnen. Het parket van de procureur-generaal gaf 1304 adviezen aan de Hoge Raad. De Hoge Raad deed 4024 uitspraken.
Kon de dodelijke longembolie van een inzittende, waaraan hij twaalf dagen na een aanrijding overleed, worden gezien als het gevolg van de aanrijding tussen twee auto’s die de verdachte had veroorzaakt? Deze kwestie over causaliteit – het juridische leerstuk over de vraag wanneer iets kan worden gezien als gevolg van een bepaalde gebeurtenis – werd in 1978 aan de Hoge Raad voorgelegd. De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat dit causaal verband er was. In dit arrest introduceerde de Hoge Raad de leer van de redelijke toerekening. Dit arrest ‘Letale longembolie’ is vandaag gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Is voor onrechtmatige nalatigheid een wettelijke verplichting tot handelen vereist? Deze vraag deed zich voor in een bekende zaak uit 1910, de zaak van de Zutphense juffrouw, en werd door de Hoge Raad bevestigend beantwoord.
Geldt voor een kind bij overlijden van de biologische vader ook de vrijstelling en het lage tarief voor kinderen als het juridisch geen afstammingsband heeft met die biologische vader en is erkend door een ander, die daardoor zijn juridische vader is geworden ? Die vraag moet volgens advocaat-generaal (AG) Ettema bevestigend worden beantwoord. In de specifieke situatie van de belanghebbende wordt hij in zijn eigendomsrechten gediscrimineerd doordat de Successiewet hem niet als kind van de overledene, maar als een derde aanmerkt.
Wie is de rechtstreeks gerechtigde (ook wel: opbrengstgerechtigde) en tevens de uiteindelijk gerechtigde tot dividend en kan dus de dividendbelasting verrekenen? Die vraag deed zich voor in een zaak over de fiscale maatregel tegen ‘dividendstripping’ waarin de Hoge Raad vandaag uitspraak heeft gedaan.