Zoeken
De beslissing van de rechtbank tot omzetting van de in Canada opgelegde gevangenisstraf van 13 jaar voor de afpersing van Amanda Todd naar een Nederlandse gevangenisstraf van 6 jaar kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Hofstee de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
De zaak tegen een verdachte die veroordeeld werd voor het deelnemen aan de terroristische organisatie Ahrar al-Sham in Syrië moet op één punt opnieuw worden berecht omdat een cassatieklacht van het Openbaar Ministerie (OM) slaagt. Dat adviseert plaatsvervangend advocaat-generaal (plv. AG) Van Wees de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
Aan de deken van de Orde van Advocaten (hierna: de deken), belast met het toezicht op de advocatuur, en het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT) waar het toezicht op het notariaat (extern) is ondergebracht, komt in het kader van hun toezichthoudende taak in het geval van een strafrechtelijk onderzoek tegenover politie en justitie een zelfstandig verschoningsrecht toe. Dat oordeelt de Hoge Raad in twee uitspraken van vandaag in zaken die gaan over de onder de deken en het BFT inbeslaggenomen toezichtrapporten die voortkomen uit hun eigen onderzoek naar fraude door een notaris van het kantoor Pels Rijcken.
Naar aanleiding van prejudiciële vragen die de rechtbank Oost-Brabant aan de Hoge Raad heeft gesteld, heeft advocaat-generaal (AG) Hofstee vandaag zijn advies aan de Hoge Raad uitgebracht in een zogeheten conclusie. De prejudiciële vragen gaan over de verhouding tussen twee strafbaarstellingen die allebei betrekking hebben op verdachten die profiteren van vreemdelingen die illegaal in Nederland (willen) zijn.
De box-3-zaak van de voormalig eigenaar van de Hedwigepolder moet voor het jaar 2017 deels opnieuw worden behandeld en beoordeeld. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Een ander gerechtshof moet onderzoeken of het werkelijke rendement voor 2017 lager was dan het forfaitair bepaalde rendement. Wel staat definitief vast dat de gronden in de Hedwigepolder niet onder de vrijstelling voor natuurterreinen vallen.
Ook ongerealiseerde waardeveranderingen van een onroerende zaak tellen mee voor de berekening van het werkelijke rendement in box 3. De Hoge Raad geeft hierover in zijn uitspraak van vandaag nadere regels. Met betrekking tot het voordeel wegens eigen gebruik van een onroerende zaak, bijvoorbeeld een tweede woning, oordeelt de Hoge Raad dat bij de vaststelling van de omvang daarvan diverse keuzes moeten worden gemaakt, die meer op de weg van de wetgever liggen dan op die van de rechter. Voor de bepaling van het werkelijke box 3-rendement stelt de Hoge Raad dit voordeel daarom op nihil.
De Hoge Raad heeft vandaag antwoord gegeven op prejudiciële vragen die het gerechtshof Den Haag heeft gesteld in een zaak over de uitleg van een bepaling die in 2023 is toegevoegd aan de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (Wsnp). Het gaat om artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw).
Volgens advocaat-generaal (AG) Koopman moeten twee uitspraken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over het informele verschoningsrecht van belastingadviseurs worden vernietigd.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft al het bewijs voor een navorderingaanslag van €- 6 miljoen onbruikbaar verklaard. Het Hof ging ervan uit dat dit bewijsmateriaal de vrucht is van de onrechtmatige manier waarop de Belastingdienst is omgegaan met een tip over de woonplaats van de belastingplichtige, die had aangegeven in Zwitserland – en dus niet in Nederland - te wonen. Het Hof heeft de aanslag vernietigd en de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van € 80.000 aan proceskosten. Volgens advocaat-generaal (AG) Koopman moet die uitspraak worden vernietigd. Hij concludeert dat de zaak door een ander Hof opnieuw moet worden beoordeeld.
De uitspraak van het hof dat een Stichting bij het procederen bij de bestuursrechter tegen woningbouwbesluiten geen misbruik van bevoegdheid maakte, kan niet in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Snijders de Hoge Raad in een conclusie van vandaag. Verder is de AG van mening dat bij misbruik van bevoegdheid de burgerlijke rechter onder omstandigheden een procedeerverbod bij de bestuursrechter kan opleggen.