Zoeken
Nee, dat is de Hoge Raad niet. Anders dan de rechtbanken en de gerechtshoven, stelt de Hoge Raad geen feiten en omstandigheden vast. De Hoge Raad gaat uit van de feiten zoals die door de feitenrechter (de rechtbank/het gerechtshof) zijn vastgesteld.
In een strafzaak beantwoorden de rechtbank en het gerechtshof vaak de vraag: heeft de verdachte gedaan wat er in de tenlastelegging staat of niet? Die vraag beantwoordt de Hoge Raad niet.
De Hoge Raad concentreert zich op de juridische aspecten van een zaak. Dat betekent dat de Hoge Raad alleen beoordeelt:
- of de feitenrechter het recht juist heeft uitgelegd en toegepast; en
- of er geen sprake is van ‘verzuim van vormen’, dat wil zeggen tekortkomingen in de gevolgde procedure. Daarbij kijkt de Hoge Raad ook of de lagere rechter zijn uitspraak wel voldoende en begrijpelijk heeft gemotiveerd.
Het parket bij de Hoge Raad bestaat uit de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal en de advocaten-generaal. De procureur-generaal staat aan het hoofd van het parket.
De belangrijkste en meest omvattende taak van het parket is het geven van juridische adviezen (zogenoemde conclusies) aan de Hoge Raad in zaken waarin de Hoge Raad een beslissing moet nemen. De conclusie wordt meestal door een advocaat-generaal genomen, hoewel ook de procureur-generaal en zijn plaatsvervanger regelmatig conclusies schrijven. Daarbij worden zij ondersteund door medewerkers van het wetenschappelijk bureau.
Conclusies zijn belangrijke zwaarwegende adviezen aan de Hoge Raad maar ze zijn niet bindend. De Hoge Raad is vrij het advies al dan niet te volgen.
Het parket maakt geen deel uit van het Openbaar Ministerie en is onafhankelijk van de regering en het parlement.
De belangrijkste taak van de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad is om de Hoge Raad te voorzien van onafhankelijke juridische adviezen (conclusies). Vaak worden de conclusies door de advocaten-generaal namens de PG genomen.
Daarnaast heeft de PG enkele bijzondere taken, waaronder:
- De vervolging van ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen begaan door Kamerleden, ministers of staatssecretarissen.
- Het instellen van cassatie in het belang der wet, om een beslissing te verkrijgen over een rechtsvraag die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling moet worden beantwoord.
- Het voordragen van rechters voor ontslag door de Hoge Raad.
- Het instellen van een verzoek tot herziening van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak in een strafzaak, dat kan een gewezen verdachte overigens ook zelf doen. Verder beslist de PG op verzoeken tot nader onderzoek met het oog op een in te stellen herzieningsverzoek.
- Behandeling van klachten over rechters.
- Toezicht op het Openbaar Ministerie (OM).
- Het (on)gevraagd adviseren van de regering over voorgenomen wetgeving of plannen die de organisatie van de rechtspraak betreffen.
De PG vormt samen met de president van de Hoge Raad en de directeur bedrijfsvoering het dagelijks bestuur (DB) van de Hoge Raad. In die hoedanigheid is de PG (mede-)verantwoordelijk voor het bestuur van alle onderdelen van de Hoge Raad, zoals raad, parket en (wetenschappelijke) ondersteuning.
Normaal gesproken komt een strafzaak tot een einde wanneer er geen beroep bij een hogere rechter meer mogelijk is. De uitspraak wordt dan onherroepelijk (dus: definitief) en de zaak is daarmee afgesloten.
In uitzonderlijke gevallen kan er worden teruggekomen op een onherroepelijke uitspraak. Dat kan door middel van herziening. Iemand die onherroepelijk is veroordeeld, kan bij de Hoge Raad een verzoek doen om de rechter opnieuw naar zijn zaak te laten kijken (een herzieningsverzoek). De Hoge Raad behandelt deze herzieningsverzoeken.
Hier vindt u meer informatie: Factsheet Herziening (pdf, 120 kB).
Als cassatierechter zorgt de Hoge Raad voor rechtsbescherming, het bevorderen van rechtsontwikkeling en het handhaven van rechtseenheid. De Hoge Raad controleert of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd. Voor een goede uitoefening van deze taken is hoge kwaliteit noodzakelijk.
Een raadsheer of advocaat-generaal moet beschikken over de kennis, bekwaamheid, capaciteiten en persoonlijkheid die passen bij de taken en werkwijze van de Hoge Raad. Er wordt bijvoorbeeld gelet op de aanwezigheid van juridische deskundigheid, analytisch vermogen en managementvaardigheden.
Raadsheren en advocaten-generaal hebben een ruime beroepservaring. Bijvoorbeeld in de rechterlijke macht, advocatuur en/of wetenschap.
Hier vindt u meer informatie over de werving en selectie van raadsheren.